Scheenbeenpijn tijdens het skiën. Oorzaak en oplossing.
- Marco-Paul Breijer
Al jaren hangen bij ons de ‘Acht meest voorkomende skischoen problemen’ aan de wand.
Dat zijn daadwerkelijk voorkomende problemen uit onze bootfit-praktijk. Acht maar? Zult u zich afvragen. Er zijn inderdaad meerdere problemen die mensen kunnen ervaren in hun skischoenen. Sterker nog, soms vraag ik mij wel eens af of het rijtje niet eindeloos is. Als je denkt dat je alles een keer hebt gezien, dan komt er weer iets nieuws langs.
Op deze plaat staan de acht meest voorkomende problemen in willekeurige volgorde maar met stip op één staat, het zal u niet verbazen: scheenbeenpijn tijdens het skiën.
Scheenbeenpijn tijdens het skiën
En misschien wel omdat scheenbeenpijn tijdens het skiën zoveel voorkomt maar ook
omdat de oplossing van de klacht lastig is, zijn er veel mythes en onwaarheden in omloop over de zere schenen van de skiër.
Ik neem u even mee naar wat wij zoal in een seizoen uit de skischoenen getoverd zien worden: afwassponsjes, washandjes, (daar is ie dan:) maandverband, stukken tapijt, stukken schuimrubber, blauwe koelpads, afgeknipte pyjamamouwen en zelfs PVC-pijp!!
Als scheenbeenpijn niet zo pijnlijk was (soms tot bloedens toe) dan zouden we nog kunnen lachen om alle pogingen en attributen maar daarvoor is dit onderwerp te ernstig. Scheenbeenpijn tijdens het skiën kan een skivakantie goed verknallen!
Skischoenen krijgen de schuld
Het klinkt bijna logisch: de tong van de skischoen is te hard of heeft een verkeerde vorm. Ook de hoogte van de, met name moderne skischoen, krijgt vaak de schuld. Begrijpelijk want de zere schenen spelen pas op tijdens het skiën, soms direct maar meestal na een paar runs.
De oplossing laat vaak op zich wachten of wordt nooit gevonden. Van sommige skiwinkels krijgt uw skitechniek de schuld of wordt er wat aan de tong ‘gebootfit’ maar soms worden er ook ‘gelpads’ verkocht à €29,-/ paar. Wellicht ten overvloede: ook dit is symptoombestrijding.
Wat is de oorzaak van scheenbeenpijn?
Op een paar uitzonderingen na (bepaalde neuropathie of shin splints van het hardlopen) ligt de oorzaak van scheenbeenpijn tijdens het skiën in de biomechanica van het onderbeen. Met name het enkelgewricht en de omliggende spieren zijn de oorzaak van de zere schenen.
Dorsaalflexie (ook wel dorsaalextensie genoemd)
Iets over biomechanica om de oorzaken van scheenbeenpijn te begrijpen:
Dorsaalflexie geeft de mate aan waarin de bovenzijde van de voet richting het scheenbeen bewogen kan worden. De hoek met de grond die ontstaat wordt uitgedrukt in graden. Een normale (gemiddelde) waarde voor de mate van buiging is 20 graden. Staand betekent dit dat uw knieën boven uw tenen kunnen komen met de hiel nog op de grond.
Twee soorten scheenbeenpijn
Er bestaan twee soorten van scheenbeenpijn. Gelukkig komen ze niet gelijktijdig voor omdat de oorzaak verschillend is.
- De eerste is die van drukpijn op de schenen. Meestal op zo’n 2/3 van de hoogte van het onderbeen. Vaak voelt de plek beurs aan en is deze ter grootte van 5 bij 5cm. De pijn is meestal een stekende pijn die soms uitstraalt richting de knie. De pijn kan wel maanden aanhouden na het skiën omdat zowel de onderliggende spier als het gevoelige botvlies (periost) zijn aangedaan.
Deze vorm van scheenbeenpijn ontstaat wanneer de dorsaalflexie beperkt is. Wij zien mensen met een beperkte dorsaalflexie van soms slechts 0 of 5 graden. Een skischoen heeft een schacht die in een hoek staat (forward lean) tussen de 14 en 19 graden, afhankelijk van het type schoen.
Wanneer iemand met een dorsaalflexie van 5 graden in een schoen staat met een schacht in een hoek van b.v. 17 graden dan gaat het mis. De voet wordt in een onnatuurlijke houding gedwongen, de voorste scheenbeenspier gaat protesteren, de natuurlijke buiging en schokabsorptie zijn verdwenen en tot overmaat van ramp gaat diegene ook nog meer achterover skiën waardoor er nog meer spieren op de proef worden gesteld. - De tweede vorm van scheenbeenpijn is zo mogelijk nog erger (ja, dat kan helaas). Bij deze vorm ontstaat er een schaafwond op de scheenbenen van soms wel 10 cm hoog en vaak tot bloedens toe. Hier geldt ook een extra risico van infectie.
Deze vorm van scheenbeenpijn ontstaat als men een grote mate van dorsaalflexie heeft, laat zeggen meer dan 35 graden. We spreken ook wel van hypermobiliteit in het enkelgewricht. Omdat deze mensen juist heel makkelijk kunnen flexen en hun knieën heel makkelijke naar voren kunnen brengen, zal het onderbeen aan het einde van de beweging gaan roteren. Dus het scheenbeen draait en schuurt tegelijkertijd tegen de binnenkant van de skischoen. Als dat zo’n 1000 keer gebeurt dan begrijpt u de schaafwonden en bijbehorende pijn.
De oplossing voor scheenbeenpijn
De oplossing voor beide soorten scheenbeenpijn ligt dus op het vlak van de biomechanica. Voor de eerste vorm is het noodzakelijk de beperkte dorsaalflexie te corrigeren zodat de voet en skischoen beter met elkaar overeenstemmen.
Voor de tweede vorm is de aanpassing iets ingewikkelder omdat de beste oplossing om de rotatie te stoppen, wordt bereikt met een bepaald type steunzool.
Dat het heel goed mogelijk is laten onderstaande foto’s zien. De eerste foto is genomen na vier dagen skiën tijdens de vorige vakantie. De tweede foto na een volle week skiën en met correctie. De schaafwonden zijn uitgebleven.
Mooi werk dat bootfitten!